Kenmerken beenverbindingen

De 4 soorten beenverbindingen zijn: vergroeiing, een naadverbinding, een kraakbeenverbinding en door gewrichten.

De vergroeiing: Bij een vergroeiing zijn de botten aan elkaar vast gegroeid. Ze lopen eigenlijk in elkaar over. Er zit geen naad tussen de beenderen. Deze verbinding kan je niet bewegen en is heel stevig.

Naadverbinding: Bij een Naadverbinding zijn de botten aan elkaar vast gegroeid en zit er een naad waar ze ooit los waren. Deze beenverbinding kan je niet bewegen. 

Kraakbeenverbinding: je ruggenwervels zitten aan elkaar vast, maar als je bukt, bewegen ze ten opzichte van elkaar. Tussen de ruggenwervels zit kraakbeen. Een kraakbeenverbinding is minder stevig dan een naadverbinding of een vergroeiing tussen botten, maar laat meer bewegen toe.

gewrichten: de meest bewegelijke beenverbinding is het gewricht. Je armen en benen zitten vol met gewrichten en daardoor kan je ze goed bewegen en is het makkelijker om bewegingen te maken met je armen en benen (bv. De schoolslag). Gewrichten zijn minder stevig dan de andere beenverbindingen: een ontwrichting, of blessure aan een gewrichtsband heb je vlug gelopen, daarom moet je ook uitkijken met wat voor bewegingen je maakt bij het zwemmen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb